Eten en drinken: Domino

Een dominospel om woorden te associëren. Je kan het bij de context Consumptie gebruiken om woorden te oefenen.

Hoe ga je tewerk? Dominokaartjes kopiëren en knippen, vier of vijf keer,  ieder pakketje in een andere kleur, op hard papier of gelamineerd. Meestal begin ik de les met de Color Cards 'Food' en verdeel ik de kleurkaarten onder de studenten, waarbij ze elk vier of vijf kaarten krijgen. Dan laat ik ze zeggen:'ik eet graag.... kaas. En jij? Wat eet jij graag?' Of: 'ik drink graag cola. En jij?'  Het kan ook negatief zijn: bijvoorbeeld: 'ik eet niet graag bloemkool. Een soort wave, dus. De studenten zitten meestal in een U-opstelling en stellen de vraag aan de persoon links van hen. Bij dit soort spreekoefening hou ik van een beetje tempo.

Als ze hiermee klaar zijn, vraag ik of ze de woorden voor de verpakkingen kennen.  Even herhalen aan de hand van de kaarten, nadien verdeel je de studenten in groepen van vier en geef je ieder groepje een volledig pakketje dominokaartjes.

De kaarten knip je als volgt:  Start + een fles, wijn + een tros... Je laat ze de kaartjes evenredig verdelen. Wie START heeft begint en leest wat er naast 'start' staat, enzovoort.

Je kan ze dit twee keer na elkaar laten spelen want als ze de kaartjes opnieuw schudden, hebben ze andere kaartjes.

De oefening is geschikt voor niveau 1.2 en ook voor 2.1. ( bij het begin).