Spelling: Confusing words


In deze tekst moeten leerlingen de juiste spelling kiezen. Het gaat om woorden waarvan de spelling verwarrend kan zijn, zelfs voor 'native speakers';

Door de context van het verhaaltje is de betekenis duidelijk en kan de juiste spelling gekozen worden.

De oefening behandelt deze woordenparen:

  • there/their
  • who's/whose
  • were/where
  • then/than
  • to/too
  • of/off
  • he's/his
  • it's/its

Meld aan of registreer om dit leermiddel volledig te bekijken

Registreren vraagt maar één minuut.
Leraren delen lesmateriaal en -inspiratie met jou
  • gratis lesmateriaal;
  • voor alle leeftijden en vakken;
  • makkelijk doorzoekbaar op lesonderwerp.
Registreer   Veilig en gratis
Je bent al lid?
Leerkracht

Ontdek ook