Bingokaartjes om de o.t.t. (in de ik-vorm) en de bijbehorende infinitief in te oefenen.

Je vindt hier twaalf bingokaartjes voor de cursist. Op elk bingokaartje staan twaalf infinitieven.

Met dit werkblad oefen je  complexe medeklinkerclusters van het type mkmmm, mmmkm, mmkmm, mmmkmm, mmkmmm of mmmmkmm. Je oefent ook op het vervoegen van werkwoorden in de ik- en t-vorm.

In de eerste oefening zoeken de leerlingen de persoonsvorm en het onderwerp.
In de tweede oefening noteren ze de infinitief en de ik-vorm van de persoonsvormen.

In deze bundel, gericht op anderstalige leerlingen, wordt geoefend op het bewustzijn van letters, woorden en zinnen.

In de werkbundel vind je volgende opdrachten:

• het aantal letters van woorden tellen;
• woorden maken met letters;
• een zin maken met …

Vul de zinnen en de tabel aan met de stam van het werkwoord. Deze oefenreeks bevat werkwoorden met en zonder hoorbare t in de stam.

Je oefent rond werkwoorden met hoorbare t in de stam. Vul zinnen en een tabel aan met de stam van het werkwoord.

In de laatste oefening zoek je de persoonsvorm in de zin en noteer je de infinitief en de stam.

Je oefent rond werkwoorden zonder hoorbare t in de stam. Vul zinnen en een tabel aan met de stam van het werkwoord.

Enkele opdrachten om de werkwoordsvervoeging in te oefenen:

• ik-vorm,
• jij-vorm,
• hij-vorm,
• gebiedende wijs.

De oefeningen zijn op niveau van een derde leerjaar.

Kahoot-quiz over de vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd met de ik-, jij- en hij/zij-vorm.

Op het onthoudblad staat de volgende informatie:

• Hoe vind ik de infinitief en de stam van een werkwoord?
• Schema van de tegenwoordige tijd of de tijd van nu.
• Schema van de verleden tijd of de tijd van toen.
• Schema van het voltooid deelwoord.

Op deze wandplaten wordt uitgelegd hoe je het onderwerp, de persoonsvorm en het gezegde kan terugvinden in een zin. 

Op de wandplaten over werkwoorden ontdek je hoe je de stam en infinitief kan vormen.

Beknopt overzicht van de regels voor werkwoordspelling.