Sleutelcompetentie: andere talen
In deze sleutelcompetentie is er aandacht voor het gebruik van andere talen als mondelinge en schriftelijke communicatiemiddelen. De communicatieve vaardigheden staan centraal: lezen, luisteren, schrijven, spreken en interactie. Er wordt van leerlingen verwacht dat ze andere talen kunnen gebruiken als communicatiemiddel in relevante situaties, zoals dienstverlening, vrije tijd en sociale contacten. Daarbij moeten de leerlingen strategieën leren inzetten om de communicatie te optimaliseren, zoals voorkennis inzetten, tekstverbanden herkennen of de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context.
Talen zijn niet enkel communicatiemiddelen
Ter ondersteuning van doelgerichte communicatie moeten de leerlingen ook inzicht hebben in de kenmerken en principes van andere talen als taalsystemen. Het gaat concreet over spraakkunst, woordenschat, betekenissen, uitspraak en spelling. Een andere taal wordt ook beschouwd als exponent van een andere cultuur. Talen zijn niet enkel communicatiemiddelen, maar ook dragers van culturele identiteit.
In andere talen wordt er ten slotte ingezet op literatuurbeleving. Via een 'tekstbelevende' aanpak leren de leerlingen gedachten en gevoelens verwoorden bij het lezen en beluisteren van literaire teksten zoals gedichten, kortverhalen en filmfragmenten.
Meer informatie en lesmateriaal over sleutelcompetenties
16 sleutelcompetenties vormen de basis voor de nieuwe eindtermen. De eindtermen worden geformuleerd in functie van deze sleutelcompetenties en niet langer in functie van vakken of leergebieden. Klik voor heldere informatie bij de competenties.
-
Griekse woordenschat: Draaikaartjes 230 tot 246 - Mythoi
Griekse woordenschat, draaikaartjes bij Mythoi 2020, Mythos 8, draaikaartjes 230 tot 246.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Griekse woordenschat: Draaikaartjes 207 tot 229 - Mythoi
Griekse woordenschat, draaikaartjes bij Mythoi 2020, Mythos 7, draaikaartjes 207 tot 229.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Griekse woordenschat: Draaikaartjes 185 tot 206 - Mythoi
Griekse woordenschat, draaikaartjes bij Mythoi 2020, Mythos 6, draaikaartjes 185 tot 206.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Griekse woordenschat: Draaikaartjes 154 tot 184 - Mythoi
Griekse woordenschat, draaikaartjes bij Mythoi 2020, Mythos 5, draaikaartjes 154 tot 184.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Griekse woordenschat: Draaikaartjes 137 tot 153 - Mythoi
Griekse woordenschat, draaikaartjes bij Mythoi 2020, Mythos 4, draaikaartjes 137 tot 153.
- Geef bij een grondwoord de nodige aanvullingen (= paspoort) en alle betekenissen.
- Geef bij een paspoort het grondwoord en alle betekenissen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Griekse woordenschat: Draaikaartjes 106 tot 136 - Mythoi
Griekse woordenschat, draaikaartjes bij Mythoi 2020, Mythos 3, draaikaartjes 106 tot 136.
- Geef bij een grondwoord de nodige aanvullingen (= paspoort) en alle betekenissen.
- Geef bij een paswoord het grondwoord en alle betekenissen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Griekse woordenschat: Draaikaartjes 67 tot 105 - Mythoi
Griekse woordenschat, draaikaartjes bij Mythoi 2020, Mythos 2, draaikaartjes 67 tot 105.
- Geef bij een grondwoord de nodige aanvullingen (=paspoort) en alle betekenissen.
- Geef bij een paspoort het grondwoord en alle betekenissen.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Griekse woordenschat: Draaikaartjes 1 tot 66 - Mythoi
Griekse woordenschat, draaikaartjes bij Mythoi 2020, Mythos 1 (volledig van 1 tot 66).
- Geef bij een grondwoord de nodige aanvullingen (= paspoort) en alle betekenissen.
- Geef bij een paspoort het grondwoord en alle betekenissen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Griekse woordenschat: Draaikaartjes 163 tot 172 - Mythoi
Griekse woordenschat, draaikaartjes bij Mythoi (HB en WB) nrs. 163 tot 172 (uit Mythos 3).
- Geef bij een grondwoord het paspoort en alle vertalingen.
- Geef bij een paspoort het grondwoord en alle vertalingen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Griekse woordenschat: Draaikaartjes 153 tot 162 - Mythoi
Griekse woordenschat, draaikaartjes bij Mythoi (HB en WB) nrs. 153 tot 162 (uit Mythos 3).
- Geef bij een grondwoord het paspoort en alle vertalingen.
- Geef bij een paspoort het grondwoord en alle vertalingen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Griekse woordenschat: Draaikaartjes 143 tot 152 - Mythoi
Griekse woordenschat, draaikaartjes bij Mythoi (HB en WB) nrs. 143 tot 152 (uit Mythos 3).
- Geef bij een grondwoord het paspoort en alle vertalingen.
- Geef bij een paspoort het grondwoord en alle vertalingen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Griekse woordenschat: Draaikaartjes 133 tot 142 - Mythoi
Griekse woordenschat, draaikaartjes bij Mythoi (HB en WB) nrs. 133 tot 142 (uit Mythos 3).
Interactieve oefeningLeerkracht