Taalgericht vakonderwijs: Van atelier naar taalwerkplaats

Wilfried Asscherickx van het Imelda-instituut Brussel vertelde op de talentweedaagse (2007) over het projectonderwijs en de ateliers in zijn school (afdelingen KSO-TSO en BSO).  

Met dit praktijkvoorbeeld wordt aangetoond hoe een school het onderwijsaanbod optimaal kan laten aansluiten bij de competenties en de behoeften van haar anderstalige, meestal taalzwakke, leerlingen. Het Imelda-Instituut vult het complementaire gedeelte van de eerste graad secundair onderwijs in met vier ateliers. Na acht weken wisselen de leerlingen van module.

De atelierwerking verloopt volgens geschakeld taal-/vakonderwijs, waarbij vak- en taaldoelen aan elkaar gekoppeld worden. De eindtermen Nederlands zitten duidelijk vervat in de atelierwerking en worden hierin expliciet nagestreefd.De projecten zijn ingebed in het GOK- en taalbeleid. 

Taalgericht vakonderwijs en co-teaching zijn de sleutelbegrippen. Gezien de positieve resultaten wil de school het experiment verder zetten in de andere graden. Het is de bedoeling een taalwerkplaats te realiseren waar taal- en vakleraren samen materialen ontwikkelen. Het Brussels Ondersteuningscentrum Secundair Onderwijs (BROSO) screent de leerlingen via diataal om het begeleidingsproces op gang te trekken en staat ook in voor de opvolging ervan.